Opdrachten ombudsdienst
De opdrachten van een ombudspersoon zijn:
- voorkomen van vragen en klachten door de communicatie tussen de patiënt en de beroepsbeoefenaar te bevorderen. Dit kan door middel van informatie, opvang, advies, verwijzing en begeleiding.
- het in ontvangst nemen van klachten (mondeling/schriftelijk) met de uitdrukkelijke bedoeling: de genoegdoening te bekomen voor de individuele patiënt
- de relatie tussen de klagende patiënt en de aangeklaagde beroepsbeoefenaar te herstellen.
- het bemiddelen bij klachten teneinde de verstoorde relatie tussen de patiënt en de zorgverlener of ziekenhuis te herstellen.
- het inlichten van de patiënt inzake de mogelijkheden voor de afhandeling van zijn klacht bij gebrek aan het bereiken van een oplossing.
- het verstrekken van informatie over de organisatie, de werking en de procedureregels van de ombudsfunctie aan de patiënt/familie.
- het verstrekken van informatie over de organisatie, de werking en de procedureregels van de ombudsfunctie aan de interne en externe zorgverstrekkers.
- het formuleren van aanbevelingen ter voorkoming van herhaling van tekortkomingen die aanleiding geven tot het formuleren van een klacht aan de zorgverstrekkers, het interne beleid en de overheid.
- het opmaken van het huishoudelijk reglement, de procedures, het jaarverslag.
- het registreren van de klachten.
De opdracht van de ombudspersoon is een inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis ten aanzien van partijen.
Hij/zij is verplicht het beroepsgeheim te respecteren en een strikte neutraliteit en onpartijdigheid in acht te nemen.
De ombudspersoon oefent zijn bemiddelende opdracht op een zorgvuldige wijze uit.